Heeft jouw somatotype invloed op je training- en voedingsschema’s?
Verschillende lichaamstypen kennen verschillende kenmerken. Deze zouden weer verschillende voor- en nadelen hebben en invloed hebben op jouw resultaten; Of je nou spiermassa op wilt bouwen of dat je wilt afvallen. In dit artikel behandelen we drie somatotypes.
Je lichaamstype is genetisch bepaald en kun je niet veranderen. Hoewel ieder lichaam anders is, onderscheiden we grofweg drie types; Ectomorf, Mesomorf en Endomorf. Dit noemen we de Somatotypes. De Amerikaanse psycholoog William Sheldon kwam hiermee in de jaren 40 van de vorige eeuw. Naast fysieke kenmerken beschreef hij ook karaktereigenschappen van elk type.
Dat laatste is minder interessant in de fitnesswereld maar het onderscheid op basis van de fysieke kenmerken is tegenwoordig de meest gebruikte manier om onderscheid te maken tussen verschillende lichaamstypes. Wat deze types inhouden en op welke manier dit effect heeft op jou leggen we je hieronder uit.
Genoemde adviezen en richtlijnen zijn niet door ons opgesteld maar zijn gangbare opvattingen in de fitnesswereld.
Ectomorf
Vanwege de snelle stofwisseling wordt aangeraden om regelmatig (ongeveer elke twee uur) iets te eten. Dit kan helpen bij het voorkomen van spierafbraak en het binnen krijgen van voldoende calorieën. Er wordt een macro-verhouding van 25% eiwitten, 55% koolhydraten en 20% vetten aangeraden.
Mesomorf
Voor het mesomorfe type wordt over het algemeen een macro-verhouding van 40% koolhydraten, 30% eiwit en 30% vet aangeraden.
Endomorf
Het endomorfe lichaamstype slaat koolhydraten sneller op als vet dan de andere twee lichaamstypes. Hierdoor wordt aangeraden om niet teveel koolhydraten te eten. Het advies is 25% koolhydraten, 35% eiwitten en 40% vet.
Zin of onzin
Er is weinig wetenschappelijke onderbouwing voor de somatotypes. Toch wordt het veel gebruikt om verschillende lichaamstypes te onderscheiden. Er zit ook wel een kern van waarheid in. Grofweg zou je elk lichaam in één van de drie types kunnen categoriseren. Echter is bijna niemand volledig het ene type. Bijna iedereen heeft kenmerken van verschillende types. Omdat elk lichaam dus anders is, kun je niet zo zwart-wit zeggen dat de eerder genoemde adviezen voor iedereen goed werken. Een ideale macro-verhouding verschilt dus ook per persoon en minder per lichaamstype.
Maar wat kun je er dan wel mee?
In de fitnesswereld worden de somatotypes vooral gebruikt om het groeipotentieel van iemand aan te duiden. Een ectomorf heeft minder potentie dan een endomorf als het aankomt op spiermassa. Een endomorf zal niet snel de slanke trekken van een ectomorf krijgen. Maar zoals we al zeiden: hier is weinig wetenschappelijke onderbouwing voor.Een groot deel van fitness is het uitzoeken van wat voor jou het beste werkt en waar jij je het prettigst bij voelt. Staar je dus vooral niet blind op de somatotypes en richtlijnen, het zijn immers slechts richtlijnen om jou handvatten aan te reiken waarmee jij je eigen plan op kunt stellen.
Uiteindelijk ontdek je voor jezelf wat wel en niet werkt door het gewoon te doen.