Dat sporten gezond is, wist je vast al lang. Maar wist je dan ook dat gymnasium een ander woord is voor ‘naakt sporten’? Dit en nog negen andere feiten over sporten en gezondheid lees je in dit artikel.
1. We hebben meer dan 600 spieren in ons lichaam
Gemiddeld heeft een mens tussen de 640 en 850 verschillende soorten spieren. Er is geen vaste hoeveelheid spieren om vast te stellen. Dit verschilt per persoon. Sommige mensen missen spieren, dit kunnen willekeurige of dwarsgestreepte spieren zijn. Willekeurige of dwarsgestreepte spieren zijn spieren die je bewust kan bewegen en vastzitten aan het skelet. Alle zichtbare bewegingen, zoals gezichtsuitdrukkingen, worden door willekeurige spieren uitgevoerd.
Er zijn ook nog twee categorieën spieren die niet aan je skelet vastzitten. Dit zijn als eerste de gladde spieren, ook wel zachte spieren genoemd. Deze spieren regelen de onbewuste bewegingen van het lichaam. Hierbij kan je denken aan spieren die ervoor zorgen dat organen hun werk kunnen doen. Naast dat je deze spieren niet bewust kan bewegen of trainen, kenmerken ze zich ook door het feit dat de structuur van de vezels net wat anders is. De tweede categorie wordt gevormd door de hartspieren. Ook deze spieren kan je niet bewust bewegen. De opbouw van deze spieren lijkt echter wel meer op die van de willekeurige spieren dan op die van de gladde spieren.
2. Te veel slapen kan leiden tot een vroegere dood
Vaak wordt ons aangeraden om tussen de zeven en acht uur te slapen per nacht. Maar wat als je juist meer of minder slaapt dan deze aanbevolen uren? Onderzoek heeft aangetoond dat er een link te vinden is tussen mensen die meer dan acht uur slapen per nacht en de kans op hartziekten. Zo bleek dat bij negen uur slaap er een toename was van 17% voor het risico op hart- en vaatziekten, bij tien uur slaap was dit 23%. Ook het risico op vroegtijdig overlijden werd onderzocht, geconstateerd werd dat er een toename was van 23% bij het krijgen van negen uur slaap. Bij tien uur slaap was er een toename van 52% en bij elf uur slaap was dit zelfs 66%. Wanneer je minder slaapt dan zeven uur zijn er tevens enkele verhoogde risico’s volgens het onderzoek. In het onderzoek werd vijf uur slaap geassocieerd met een 29% verhoogd risico op beroertes. Minder slaap kan niet in relatie worden gebracht met een toename van vroegtijdig overlijden, maar er is wel een 44% verhoogd risico op hartziekten.
3. Wandelen is gezond
Wandelen is een makkelijke, maar gezonde vorm van bewegen. Een half uur wandelen elke dag kent al vele voordelen voor je gezondheid. Deze vorm van lichaamsbeweging draagt bij aan het verbeteren van de conditie, het versterken van de botten, het verminderen van overtollig lichaamsvet en het vergroten van uithoudingsvermogen en spierkracht. Maar ook kan wandelen helpen bij het verlagen van het risico op de ontwikkeling van aandoeningen. Hierbij kan je denken aan hartaandoeningen, diabetes type 2 en osteoporose.
In plaats van wandelen op tijd, kan je ook stappen gaan tellen tijdens het wandelen. Zo liet een onderzoek van Harvard zien dat het behalen van 4.400 stappen per dag het risico op vroegtijdig overlijden kan verminderen, dit is in vergelijking met het zetten van 2.700 stappen per dag.
4. De helft van de Nederlandse volwassen is te zwaar
De cijfers van de Volksgezondheidszorg laten zien dat in 2020 50% van de Nederlanders boven de 18 jaar kampte met een vorm van overgewicht. Bij 13,9% van de Nederlanders boven de 18 jaar werd obesitas geconstateerd, een ernstige vorm van overgewicht. Opvallend om te zien is dat overgewicht vaker bij mannen voorkomt dan bij vrouwen, terwijl obesitas vaker bij vrouwen voorkomt dan bij mannen. Ook leeftijd speelt een rol bij het verschil in overgewicht. Te zien is dat het percentage volwassenen met overgewicht toeneemt naarmate men ouder wordt. In de leeftijdscategorie 18 – 34 jaar heeft 34% van de Nederlanders te maken met overgewicht. In de categorie 50 – 64 jaar is dit percentage bijna 60%. Vanaf 65 jaar neemt dit percentage echter weer af, maar wel heel licht.
Opleiding speelt tevens een rol bij de kans op overgewicht. De cijfers laten zien dat laagopgeleiden vaker te maken hebben met overgewicht dan hoogopgeleiden. Bij laagopgeleide vrouwen in de leeftijdscategorie 65 jaar en ouder is het percentage overgewicht bijna 30% hoger dan bij diezelfde leeftijdscategorie voor hoogopgeleiden. En ook hoogte van inkomen heeft invloed op overgewicht. Zo komt bij mensen met een hogere inkomensklasse overgewicht minder voor. Wel blijkt dat de groep die onder de laagste inkomensklasse valt minder last heeft van overgewicht dan de groep die net een inkomensklasse hoger zitten.
Overgewicht bij kinderen
Ook bij Nederlandse kinderen komt er overgewicht voor. Van alle kinderen tussen de 4 en 17 jaar oud had 14,7% in 2020 overgewicht. Van deze kinderen had 2,5% obesitas. Overgewicht komt echter wel vaker voor bij kinderen tussen de 12 en 17 jaar, dan bij de kinderen tussen de 4 en 11 jaar. Vooral bij meisjes wordt er vaak overgewicht geconstateerd. Voor kinderen rond de 2 jaar zijn er ook gegevens voor overgewicht bekend. Bij deze leeftijd komt overgewicht voor bij 8% van de kinderen.
5. Sporten geeft je energie, zelfs wanneer je moe bent
Wanneer je slecht hebt geslapen, lig je waarschijnlijk het liefst de hele dag Netflix te kijken op bed. Toch kun je beter even een rondje gaan wandelen of zelfs naar de sportschool gaan. Uit onderzoek van de Universiteit van Georgia is naar voren gekomen dat na het sporten het gevoel van energie toenam, dit bleek het geval te zijn bij maar liefst 91% van de deelnemers. Ook zorgde de energieboost, als gevolg van het sporten, ervoor dat de stemming van de deelnemers aanzienlijk beter werd.
Heb je vaker last van vermoeidheid, misschien wel elke dag, dan kan het krijgen van lichaamsbeweging een goede oplossing zijn. Dit kwam naar voren in een ander onderzoek van de Universiteit van Georgia. Aan het onderzoek deden 36 deelnemers mee, ze werden verdeeld in drie groepen: lage intensiteit, matige intensiteit en geen intensiteit. In de resultaten valt te lezen hoe bij de groepen met lage en matige intensiteit de energieniveaus toenamen met 20%. Het niveau van vermoeidheid nam juist af bij beide groepen. Bij de groep met lage intensiviteit gaat het om een afname van 65% en bij de groep met matige intensiteit is dit 49%. Dat het percentage lager is bij de groep met matige intensiteit kan komen doordat de oefeningen misschien net te veel waren voor mensen die al vermoeid zijn.
Geef jezelf energie
Wil je graag meer energie, maar blijf je toch liever thuis dan dat je naar de sportschool gaat? Dan kan je er ook voor kiezen om met onze fitness en oefenmaterialen aan de slag te gaan. Voor een home work-out heb je vaak niet veel nodig én op onze website vind je ook nog eens veel voorbeeldoefeningen bij de oefenmaterialen. Dat scheelt alweer een hoop moeite voor het vinden van de juiste oefeningen!
6. Gymnasium betekent ook wel ‘naakt sporten’
In de tijd van de Grieken werd een gymnasium gebruikt voor sportieve activiteiten. Mannelijke atleten van boven de 18 jaar kwamen naar het gymnasium om te trainen voor publieke wedstrijden. De zogenoemde ‘gymnastai’ waren de leraren, coaches en trainers van de atleten. En de gymnasiums werden toevertrouwd aan de ‘gymnasiarchs’. Zij waren ambtenaren die verantwoordelijk waren de uitvoering van sport en spel op openbare festivals. Ook leidden zij de scholen en hielden ze toezicht op de deelnemers. Niet heel veel later werden de gymnasiums ook gebruikt voor het geven van lezingen over filosofie, literatuur en muziek.
Het woord gymnasium komt oorspronkelijk van het woord gymnos, wat naaktheid betekent. Dit was omdat alle sporten en beweegvormen in de gymnasiums naakt werden uitgevoerd door de mannelijke atleten. Het woord gymnasium betekent dan ook letterlijk: school voor naakt sporten.
7. Sporten kan helpen tegen depressieve gevoelens
Sporten is niet alleen goed voor je lichaam, maar ook nog eens voor je geest. De Hersenstichting geeft aan dat 551.000 Nederlanders in 2016 last hadden van een depressie. Aan deze mensen wordt sterk aangeraden om te gaan sporten. Vooral intensieve trainingen werken het best. Er wordt zelfs beweerd dat regelmatig sporten even goed werkt als antidepressiva en psychotherapie. Sporten zorgt ervoor dat je afleiding hebt en geen tijd hebt om te denken aan negatieve gedachten. Wat ook helpt is dat sporters vaak positieve reacties ontvangen vanuit omgeving en de vooruitgang van je conditie en de groei van je spieren kunnen zorgen voor een goed gevoel. Aangetoond is dat bij kinderen en jongeren het zelfbeeld positiever wordt wanneer zij veel bewegen.
8. Havermout zorgt voor een beter humeur
Onderzoek uit 2016 heeft laten zien tryptofaan, een essentieel aminozuur, een directe invloed heeft op je serotoninespiegels. Het hormoon serotonine helpt bij het reguleren van je humeur, angst en geluk. Meestal hebben mensen met een depressie dan ook lagere serotoninespiegels. Het toevoegen van voedsel met tryptofaan aan je dagelijkse voedselinname kan dus helpen bij een beter humeur. Havermout is een van de voedingsmiddelen met daarin tryptofaan. De vezels in havermout helpen bij het reguleren van je bloedsuikerspiegel en stemming, ze zorgen er ook voor dat je langer een voller gevoel houdt. Bloedarmoede als gevolg van ijzertekort kan ook in verband worden gebracht met een depressie. Daarom kan het ijzer in havermout eveneens helpen om je in een beter humeur te brengen. Omdat ons lichaam het essentiële aminozuur niet zelf aanmaakt, ben je verplicht dit uit voedsel te halen. Het eten van bijvoorbeeld havermout is daarom een goede optie voor het binnenkrijgen van tryptofaan en het reguleren van je humeur.
9. An apple a day keeps the doctor away
Appels kennen vele gezondheidsvoordelen. Een appel is namelijk een bron van vitamine C en antioxidanten. De antioxidanten spelen een grote rol bij het verlagen van risico op kanker. Gebleken is dat het regelmatig eten van een appel het risico op bepaalde kankers kan verlagen. Het gaat hier om slokdarm kanker, mondholte kanker, borstkanker en darmkanker.
Een ander gezondheidsvoordeel van appels is dat ze de kans op alzheimer kunnen verlagen. In appels zitten namelijk flavonoïden. Dit zijn stoffen die aan veel groenten en fruit hun kleur geven. Over het algemeen komen flavonoïden veel voor in kruiden, fruit, groenten, zaden, noten en op planten gebaseerde dranken zoals wijn en thee. Producten zoals appels, bosbessen, druiven, tijm en pinda’s bevatten dus flavonoïden. Het volgen van een dieet met daarin een lage hoeveelheid flavonoïden maakt de kans op alzheimer twee tot vier keer zo groot. Belangrijk is dus om voldoende flavonoïden binnen te krijgen.
10. Sporten versterkt je immuunsysteem
Een studie liet zien dat lichaamsbeweging het immuunrespons kan verbeteren, ontstekingen kan verminderen en het ziekterisico kan verlagen. Er werd bij de studie voornamelijk gekeken naar acute training. Het gaat hier dus om een matige tot krachtige intensiteit die minder dan een uur duurde. Voorbeelden hiervan zijn wandelen, fietsen of hardlopen.
Volgens professor David Nieman hebben mensen slechts een klein aantal immuuncellen die door het lichaam circuleren. Deze cellen hangen het liefst rond in weefsels en organen waar het lichaam virussen, bacteriën en andere micro-organismen doodt die ziekten veroorzaken. Tijdens het sporten trekken je spieren samen, dit verhoogt de bloed- en lymfestroom. Het verhoogt ook de circulatie van immuuncellen, waardoor ze in grotere aantallen en sneller door het lichaam zwerven. Om je immuunsysteem sterk te houden zal je consequent moeten blijven trainen. Je zal dus meerdere dagen in de week een vorm van bewegen moeten uitvoeren.
Zelf aan de slag?
Je hebt dus nu kunnen lezen dat sporten erg goed is voor zowel lichaam als geest. Sporten geeft energie, zelfs wanneer de vermoeidheid toeslaat. Ook kan sporten gebruikt worden als antidepressiva en psychotherapie. En versterkt sporten je immuunsysteem. Met de oefen– en crosstrainingmaterialen van Matchu Sports kan je makkelijk thuis sporten en zo van de voordelen genieten.
